Tot een billijke beoerdeeling van het Woordenboek, dat hier den beoefenaar der Javaansche taal wordt aangeboden, is het noodig te weten, op welk een wijze het ontstam is. De heer Gericke, in het einde van het jaar 1825 door het Nederlandsch Bijbel-genootschap naar Java afgevaardigd, om daar de Javaansche taal te beoefenen, ten eind zich in staat te stellen tot een vertaling van den Bijbel die taal, was bij zijn instructie ook bepaaldelijk opgedragen, een Spraakkunst en wordenboek van die in dien tijd in Europa nog geheel onbekende taal te vervaardigen en reeds in 1831 verschenen als eerste vrucht van zijn studie, ter Landsdrukkerij, sijn Kerste gronden der Javaansche taal, met een daarachter gevoegd Leer- en Leesboek, en met en Woordenlijst alleen tot gebruik bij dit Leer- en Leesboek geschikt en bestemd. Tot eernsten grondslag voor zijn samen te stellen Woordenboek kon de heer Gericke alechts gebruik maken van een door den heer Bruckner hen meêgedeelde verzamening van eenige duizenden Javaansche woorden met hier en daar bijgevoegde vertallingen het Engelsch: maar tot verdere bouwstoffen moest hij gebruiken de verklaringen die bij van de in zijn studien hem voorkomende onbekende woorden ontving, eerst van den in de Javaansche taal bij uitstek bedrevenen het Winter, Translateur voor de Javaansche taal te Soerakarta, en vervolgens van meer of min geletterde en in hun eigen noedertaal bedrevene Javanen. Maar zoo begrijpt ieder beoefenaar van vreemde talan ligt, hoe veel gebreken en misslagen in de op deze wijze verzamelde bouwstoffen noodzakelijk moesten insluipen. Zulke van Javaansche woorden door Javanen gegevene verklaringen warren alles behaiven juiste bepalingen van de algemeene beteekenis of het ware begrip van een woord: het waren omschrijvingen van den zin en de beteekenis van een woord, zoo als dat telkens in een bepaalden zamenhang voorkwam; omschrijvingen, gegeven door menschen, die eerst langzamerhand.
Kaca:Javaansch Nederduitsch Woordenboek.pdf/4
Praèn
Kaca iki wis dikorèksi