JAVAANSCHE DRUKLETTERS.
I. Letters (Haksôrô) en hulpletters (Pasangan) op den middelregel:
ꦲ en ꧀ꦲ, ꦤ, ꦕ, ꦫ, ꦏ, ꦢ, ꦠ, ꦱ en ꧀ꦱ, ꦮ, ꦭ, ꦥ en ꧀ꦥ, ꦝ, ꦗ, ꦪ, ꦚ, ꦩ, ꦒ, ꦧ, ꦛ, ꦔ.
II. Kapitale letters (Haksôrô-gědé) op den middelregel:
ꦟ of ꦟ, ꦑ, ꦡ, ꦯ en ꦰ, ꦦ en ꧀ꦦ, ꦓ, ꦘ, ꦨ.
III. Hulpletters (Pasangan) onder den middelregel:
Los onder de letters te plaatsen:꧀ꦕ, ꧀ꦏ of ꧀ꦏ, ꧀ꦢ, ꧀ꦠ of ꧀ꦠ, ꧀ꦭ of ꧀ꦭ, ꧀ꦝ, ꧀ꦗ, ꧀ꦪ, ꧀ꦩ, ꧀ꦒ, ꧀ꦧ, ꧀ꦛ, ꧀ꦖ, ꧀ꦊ en ꧀ꦄ
Vast onder aan de letters to hechten:꧀ꦤ, ꧀ꦮ, ꧀ꦚ, ꧀ꦡ, en ꧀ꦢ om verbonden met ꦮ en ꦔ de klankteekens ꦎ en ꦈ te vormen.
Vast onder aan hulpletters te hechten, in Kawi:꧀꧀ꦮ
IV. Letters met vaste hulpletters:
ꦤ꧀ꦤ, ꦏ꧀ꦤ, ꦠ꧀ꦤ, ꦱ꧀ꦤ, ꦔ꧀ꦤ, ꦟ꧀ꦤ; — ꦤ꧀ꦮ, ꦏ꧀ꦮ, ꦢ꧀ꦮ, ꦠ꧀ꦮ, ꦱ꧀ꦮ, ꦭ꧀ꦮ, ꦥ꧀ꦮ, ꦪ꧀ꦮ, ꦯ꧀ꦮ; — ꦤ꧀ꦚ.
V. Pingkal, en letters en hulpletters met vasten Pingkal:
ꦾ of ꧀ꦾ ; — ꦲꦾ, ꦏꦾ, ꦢꦾ, ꦠꦾ, ꦭꦾ, ꦪꦾ, ꦩꦾ, ꦔꦾ; — ꧀ꦕꦾ, ꧀ꦢꦾ, ꧀ꦝꦾ, ꧀ꦗꦾ, ꧀ꦧꦾ, ꧀ꦛꦾ.
VI. Letters, hulpletters en Pingkal met Soekoe:
ꦲꦸ en ꧀ꦲꦸ, ꦤꦸ, ꦕꦸ, ꦫꦸ, ꦏꦸ, ꦢꦸ, ꦠꦸ, ꦱꦸ en ꧀ꦱꦸ, ꦮꦸ, ꦭꦸ, ꦥꦸ en ꧀ꦥꦸ, ꦝꦸ, ꦗꦸ, ꦪꦸ, ꦚꦸ, ꦩꦸ, ꦒꦸ, ꦧꦸ, ꦛꦸ, ꦔꦸ.
ꦟꦸ, ꦑꦸ, ꦡꦸ, ꦯꦸ en ꦰꦸ, ꦦꦸ en ꧀ꦦꦸ, ꦓꦸ, ꦘꦸ, ꦨꦸ.
꧀ꦕꦸ, ꧀ꦫꦸ, ꧀ꦏꦸ, ꧀ꦢꦸ, ꧀ꦠꦸ, ꧀ꦭꦸ, ꧀ꦝꦸ, ꧀ꦗꦸ, ꧀ꦪꦸ, ꧀ꦩꦸ, ꧀ꦒꦸ, ꧀ꦧꦸ, ꧀ꦛꦸ, ꧀ꦔꦸ, — ꧀ꦤꦸ, ꧀ꦮꦸ, ꧀ꦚꦸ, ꧀ꦡꦸ, — ꦤ꧀ꦤꦸ, ꦤ꧀ꦮꦸ, ꦤ꧀ꦚꦸ.
ꦾꦸ of ꧀ꦾꦸ;; — ꧀ꦕꦾꦸ, ꧀ꦢꦾꦸ, ꧀ꦝꦾꦸ, ꧀ꦗꦾꦸ, ꧀ꦩꦾꦸ, ꧀ꦧꦾꦸ, ꧀ꦛꦾꦸ.
VII. Soekoe-mendoet, en hulpletters en Pingkal met Soekoe-mendoet:
ꦹ of ꧀ꦹ; — ꧀ꦕꦹ, ꧀ꦢꦹ, ꧀ꦝꦹ, ꧀ꦗꦹ, ꧀ꦩꦹ, ꧀ꦧꦹ, ꧀ꦛꦹ, — ꧀ꦤꦹ, ꧀ꦮꦹ, ꧀ꦚꦹ, — ꦾꦹ of ꧀ꦾꦹ
VIII. Tjôkrô:
ꦿ of ꦿ, en ꦿ; verbonden met Soekoe ꦿꦸ of ꦿꦸ, en met den hulpletter Dhô ꧀ꦢꦿ
X. Kerret, en hulpletters met Kerret:
ꦽ of ꧀ꦽ, — ꧀ꦕꦽ, ꧀ꦢꦽ, ꧀ꦝꦽ, ꧀ꦗꦽ, ꧀ꦩꦽ, ꧀ꦧꦽ, — ꧀ꦤꦽ, ꧀ꦮꦽ, ꧀ꦚꦽ.